USED TO (VROEGER, MAAR NU NIET MEER)


Bekijk hieronder tot op welk niveau je de uitleg zou moeten bekijken...

Als je op begin brugklas niveau zit: bekijk t/m A1
Als je op 1HM niveau zit: bekijk t/m A1+
Als je op 2M of 1AH niveau zit: bekijk t/m A2
Als je op 2HM niveau zit: bekijk t/m A2+
Als je op 2AH, 3M, 3H of 4M niveau zit: bekijk t/m B1
Als je op 3A niveau zit: bekijk t/m B1+
Als je op 4H, 4A of 5H niveau zit: bekijk t/m B2
Als je op 5A niveau zit: bekijk t/m B2+
Als je op 6A niveau zit: bekijk t/m C1
Als je ook boven 6A niveau wilt zien: bekijk t/m C2

LINKS

Ga naar alle verschillende soorten oefeningen over dit grammatica-onderwerp

A1


A1

A1+


A1+

A2


A2

A2+


A2+

B1


Als je wilt praten over gewoontes uit het verleden die je nu niet meer doet, gebruik je used to of, ontkennend, didn't use to (omdat de verleden tijd van het werkwoord in did zit gebruik je de tegenwoordige tijd van use).

We didn't use to wear safety belts in cars, but now we have to
The weather used to be much colder, with thick layers of snow in winter

Let op! Used to wordt nogal eens verward met used to + gerund. Maar dat betekent gewend zijn aan.
I am used to working hard (ik ben eraan gewend hard te werken)
I used to work hard (vroeger werkte ik hard, maar nu niet meer)

Bij een sollicitatie zul je die tweede optie niet willen gebruiken ;-)

B1+


Je kunt ook would gebruiken om de praten over dingen die vroeger zo waren. Dit kan echter alleen bij actie-werkwoorden!

When I was younger I would have a lot of toys
When I was younger I would play with my toys

B2


B2

B2+


B2+

C1


C1

C2


C2

25-12-2020 - 30-01-2021